Standaard pagina

Zen- uitdrukkingen

- Op welke deur schijnt het maanlicht niet?

- Elke dag is een goede dag.

- Zingen en lachen zijn de stemmen van de dharma,

huilen en klagen zijn de stemmen van de dharma.

- Leegte is vorm en vorm is leegte.

- Er is niets anders dan het naakte zijn.

- Hoe wonderlijk, ik hak hout, ik haal water.

- Open ruimte, niets heilig. ( alles is heilig)

Zelfdefinitie van Zen

'Een bijzondere overlevering buiten de Schriften, onafhankelijk van woord en letterteken: onmiddellijk wijzend op het menselijk hart.'

Zengedicht

De bloemen in de lente - de maan in de herfst-

de koele bries in de zomer -  de sneeuw in de winter!

Wanneer nutteloze dingen de geest niet benevelen,

is dit voor de mens het gelukkigste jaargetij!

De taal van zen

Zen voert je naar het non- duale niveau: ' Er bestaat een werkelijkheid die voor hemel en aarde staat. Ze heeft geen vorm, laat staan een naam. Ogen kunnen haar niet zien. Ze is geluidloos,, niet waarneembaar voor oren. Haar geest of boeddha te noemen, stemt niet overeen met haar natuur; ze zou als het drogbeeld van een bloem zijn.

Ze is geest noch boeddha; volkomen rustig schittert ze op wonderbare wijze. Alleen voor het heldere oog is ze waarneembaar. ( Dao Kokushi)

De ervaring van de echte werkelijkheid is de eenheid van leegte en vorm. Wat blijft is het tijdloze moment. In de Hartsoetra reciteren we: ' Vorm is leegte, leegte is vorm.'  Uit de Mumonkan kennen we het bovenstaande zen gedicht.

HET openbaart zich als dit ogenblik. Daarin bestaat er geen tijd. De wereld is geen object, het is een proces. Het zijn, de leegte, het niets verandert niet. Het worden daarentegen is een voortdurend proces van ontstaan en vergaan, ook in ons. Het ontwikkelt zich in steeds complexere vormen. Deze vormen zijn 'leeg' en kunnen verstandelijk niet worden begrepen, alleen ervaren.

De vinger die naar de maan wijst

We ervaren de zijnsgrond ook als we theedrinken, werken, autorijden. Deze ervaring overstijgt in de oosterse en de westerse spiritualiteit de relatie met het tastbare en het persoonlijke. Ze is rationeel niet meer te bevatten: ' Als je de Boeddha tegenkomt: 'Als je de Boeddha tegenkomt, doodt hem', zegt de zemeester Rinzai. Elke leer is slechts 'de vinger die naar de maan wijst.' 

Een diepe ervaring onttrekt zich aan iedere beschrijving. Zij maakt zich los van elk godsbeeld en probeert ons van de wereld der dingen te bevrijden en naar de non- duale ruimte te leiden. Maar daar blijft het niet bij. We leven deze oergrond als ons leven van alledag.

De dualiteit is schijn

De dualiteit is maar schijn.

De werkelijk is een.

Ons leven kan alleen in samenhang 

met de hele kosmos worden verklaard.

Dit inzicht behoedt ons voor overmoed

dat we het middelpunt van het universum zijn-

en voor de angst als onbeduidende wezens

ten onder te gaan.

Koan

Een koan is een spirituele vraag waar een paradox in zit. En die vraag kan niet beantwoord worden  met het rationele denken, door een denken in begrippen en concepten. Rinzai- Zen maakt gebruik van koans.

De koan van het dagelijks leven:  onze koan is als het ware de rode draad die door ons leven loopt. Dit thema verschilt voor ieder van ons  Voor de een kan het een gevoel van ontoereikendheid of minderwaardigheid zijn. Voor de ander kan het de aanwezigheid zijn van agressie, van woede, van kwaadheid of verdriet of een gevoel van gebrek aan liefde. Soms is het een angst, zoals een angst voor de wereld.

Dat thema, de koan, ontvouwt zich vooral in onze jeugd. Ons verder leven ontvouwt zich dan rondom dat thema. Naarmate we volwassen worden komt in ons het verlangen naar boven om bevrijding van de koan te vinden.

Wat te doen?

Hoe kunnen we werkelijk ons ware zelf ontdekken tot het punt waar er geen tekort en geen overmaat is: kijk waar je nu staat, hier en nu, in dit moment. Kijk vanuit een nieuw perspectief, dat niet geconditioneerd wordt door het vasthouden aan een ideaalheid. Hierdoor gaan we beseffen dat het leven stroomt van moment naar moment en dat we in dat stromende leven de koan ervaren, die altijd aanwezig lijkt te zijn net zoals een rivier altijd stroomt en er altijd een oever is die stilstaat.

Wat staat in de weg?

Het verlangen om bevrijding te vinden van onze angst, ons verdriet, onze zorgen, m.a.w dat wat in de weg staat van diepe innerlijke vrede en geluk . Kijk goed naar dit verlangen.

Zenverhaal

Er is een oud zenverhaal van een reiziger die een zwervende monnik ontmoet met een zware lading stokken op zijn rug. De reiziger vraagt de monnik of hij de weg naar verlichting kent. De monnik knikt bevestigend, dus vragt devreiziger hem: 'Wat gebeurt er wanneer je verlicht raakt? De monnik laat ogenmiddellijk zijn lading vallen. ' En wat gebeurt er na de verlichting?' Vraagt de reiziger. Als antwoord pakt de monnik zijn bundel op en vervolgt zijn weg.

Na het feest komt de afwas.