Heidegger woonde in eenvoudige berghut- ver van de stad, de universiteit en de wereld van zijn collega's - ; want alleen in zijn blokhut, ver van het rumoer, kon hij de grote vragen horen die het leven beheersen.
' De zwaarte van de bergen en
de hardheid van haar oergesteente, het bedachtzame groeien van de dennen, de lichtende, eenvoudige pracht van de bloeiende alpenweiden, het ruisen van de bergbeek in een grootse herfstnacht, de strenge eenvoud van diepdoorsneden vlakten, dat alles schuift
en dringt en dwingt doorheen het dagelijkse leven daarboven.
Wilde sneeuwstormen, en de dennen die daar weerstand tegen bieden, duistere nachten zonder veel sterrenlicht laten je doordenken en vragen stellen over het wezen van alle dingen.
In grote steden kan de mens gemakkelijk zo alleen zijn zoals men nergens anders kan zijn. Maar hij kan er niet eenzaam zijn. Want de eenzaamheid heeft de oereigen macht dat ze ons niet isoleert, maar het totale Dasein losgooit in de verre nabijheid van
het wezen van alle dingen.