Gemeenschap betekent vreemden ontmoeten. We ervaren dit als een gemis en hebben heimwee naar het verleden waarin dit wel het geval was. We leven nu in sociale getto's gebaseerd op status en beroep. Dat kan ertoe leiden dat we de rest
van de mensheid als vijand gaan zien. Een feit is dat nieuwe vriendschappen na ons 30e al bijzonder zijn!
De menselijke natuur.
Het gevoel van vervreemding heeft te maken met bevolkingsdichtheid. We wonen met veel mensen op
een kluitje en zijn gedwongen om niets te zien op een paar centimeter afstand. Aanraking is er in treinen, trottoirs, vliegtuighallen enzovoort.
Waar nu de overheid alles voor ons doet(!), hielpen we vroeger over en weer hulp in van buren en collega's.
We zitten in een individuele cocaon en onze voorstelling van anderen wordt gevormd door de media. Een vreemdeling is al gauw een moordenaar, inbreker, oplichter enzovoort. Alleen bij natuurrampen ontdekken we dat onze medeburgers opvallend goedhartig en
hulpvaardig zijn.
We zijn eenlingen en de romantische liefde zet ons aan tot een maniakale zoektocht naar die unieke persoon die ervoor moet zorgen dat we nooit meer behoefte hebben aan mensen in het algemeen.
Werk.
De verheerlijking
van professioneel succes staat centraal. De eerste vraag op een feestje; 'wat doe jij'. Het zijn pseudosociale, prestatiegerichte bijeenkomsten, om de welwillendheid van vreemden mee te kopen. Dit is discriminatie:
alleen om de aandacht te krijgen die onontbeerlijk is voor ons psychische welzijn.
Religies weten van onze eenzaamheid. Ze proberen vooroordelen weg te nemen die ons er doorgaans van weerhouden een band met anderen op te bouwen.
De samenstelling van de gemeenschap is van betekenis. Divers qua leeftijd, opleidingsniveau, verbonden door hun gedeelde overtuiging. En er zijn specifieke gedragscodes.
Nu. Er zijn geen plaatsen waar we vreemden tot vrienden maken,
gevoelens verdiepen of delen. Zelfs restaurants kennen stammenscheidingen. Om innerlijke rust te bewaren zijn we op onszelf, tijdschriften, beurzen of workshops aangewezen. We missen een gesprek over 'zelfonthulling' : 'waar heb je spijt
van, wie kun jij niet vergeven, waar benje bang voor'.